Alles heeft een ritme, muziek, lopen, ademhalen, oorlog, liefde, werk, een gedicht….. De meeste mensen zijn gevoelig voor de ritmiek van muziek, ritmen zetten vaak aan tot dansen, beïnvloeden andere bewegingen en zijn medebepalend voor de stemming die de muziek uitdraagt; ’t zwierige van een Weense wals wordt opgang gebracht door een driekwartsmaat met een sterk accent op de eerste tel. De effecten van muzikale ritmen springen het meeste in ’t oog, de ritmen van onze hartslag en ademhaling, van ons lopen, zijn zo vanzelfsprekend dat we er pas over vallen als er iets misgaat, of als de muziek ons erop wijst. Mijn fascinatie voor ritme en muziek is de brandende aanleiding voor Ritmefilia. Zonder jazz, zonder swing, wat moeten we dan nog? Ritme and all that jazz.
Wat Federico García Lorca over de flamenco zangeres Pastora Pavon zegt, “Zij moest haar vermogens en haar zekerheden verarmen; dat wil zeggen, zij moest afstand nemen van haar muze en hulpeloos achterblijven, opdat de duende zou komen en zich zou verwaardigen uit alle macht te strijden. En hóe ze zong!”, dat geldt voor iedere jazz-, blues-, of rock ’n roll solist. Lorca is, in eerste instantie, niet op zoek naar de werking van ritmen, hij vraagt naar de omstandigheden waaronder een kunstwerk, een gebeurtenis, het vermogen krijgt om ons buiten onszelf te brengen, om ons dichter bij de krachten te brengen die fundamenteel zijn voor ’t leven. Wat gebeurt er als iets dat misschien op weg is om goed of gemiddeld te zijn, ineens begint te stralen en onze haren overeind doet komen? Waar komt die vonk vandaan, wat behelst ze, wat schenkt ze? Zo iets gebeurt alleen als bij het scheppen van een werk de uitgangspunten van de onderneming op het spel worden gezet. De tekst heeft in het Spaans een rijke, dragende en uitgesproken ritmiek, het is een van die zeldzame teksten waarin proza en dichten samenvallen. Lorca: Spel en Theorie van de Duende
“Hieruit volgt dat de tauromachie beschouwd kan worden als een typisch voorbeeld van een kunst voor welke de essentiele voorwaarde van schoonheid een verschuiving is, een afwijking, een dissonant. Er is dus geen enkel esthetisch plezier mogelijk zonder dat er verkrachting, transgressie, overschrijding, of zonde is, ten opzichte van een ideale orde die dienst doet als regel; evenwel zal een absolute vrijheid, net als een absolute orde, nooit meer dan een smakeloze abstractie kunnen zijn, ontdaan van iedere zin.” Michel Leiris, Spiegel van de Tauromachie.
Een maand in Granada: Er zat me een graat dwars in Granada.
Voor een andere omgang met de ziel: https://bevolkingspolitiek.wordpress.com
timflesseman@gmail.com